,,Onzekerheid is troef op de beurzen. De bedrijfsresultaten zijn prima. De cijfers van Aegon worden goed ontvangen. Zelfs ArcelorMittal is positief over de toekomst, en dat hebben we lang niet gezien. We blijven echter zwabberen door de onrust over Griekenland en Spanje. De vraag naar veilige Duitse staatsobligaties blijft groot, waardoor de Duitse rente tot onder de 1,5 procent is gezakt. En dat is geen goed teken”, aldus beleggingsadviseur Sijmen Plomp van Hof Hoorneman Bankiers.
De AEX-index in Amsterdam noteerde aan het begin van de middag 0,2 procent lager op 299,60 punten. De MidKap-index daalde 0,1 procent tot 489,63 punten. De beurzen in Parijs en Londen zakten 0,8 en 0,4 procent. Frankfurt hield het verlies beperkt tot 0,1 procent.
Bankia
De beurs in Madrid klom 1,4 procent. De rente op Spaanse obligaties lijkt zich te stabiliseren, na de gedeeltelijke overname door de Spaanse overheid van de noodlijdende bank Bankia. Het rendement op Spaanse10-jaarsleningen bleef echter hoger dan 6 procent.
In de AEX voerde Aegon de stijgers aan met een plus van 6,7 procent. De verzekeraar wist in het afgelopen kwartaal aanzienlijk meer winst te boeken dan een jaar eerder. De onverwacht sterke winstgroei kwam door belastingmeevallers en een hogere waardering van bezittingen.
BAM
ArcelorMittal volgde met een winst van 1,6 procent. Het bedrijfsresultaat van het staalbedrijf viel hoger uit dan verwacht. Roestvrijstaalproducent Aperam stond daarentegen onderaan met een min van 5,1 procent na tegenvallende kwartaalresultaten.
In de MidKap brachten BAM en Heijmans de kwartaalcijfers naar buiten. De bouwbedrijven lieten daarbij weten dat de omstandigheden op de Nederlandse vastgoedmarkt in het eerste kwartaal verder zijn verslechterd. De resultaten werden gemengd ontvangen. Het aandeel Heijmans zakte meer dan 3 procent en was daarmee de grootste daler in de MidKap. BAM klom 1,2 procent.
KBC
KBC won in Brussel ruim 7 procent. De Belgische bank boekte in het eerste kwartaal fors minder winst in vergelijking met een jaar geleden. Het resultaat viel echter veel beter uit dan analisten hadden verwacht.
De euro was 1,2939 dollar waard, tegen 1,2950 dollar aan het eind van de Europese beurshandel woensdag. De prijs van Amerikaanse olie zakte 0,6 procent tot 96,26 dollar per vat en Brentolie daalde 0,1 procent tot 113,04 dollar per vat.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl